Definitie

Mensen hebben impliciete intelligentietheorieën die “entiteitstheorieën” kunnen zijn en intelligentie als rigide beschouwen, of “incrementele theorieën”, die de intelligentie als flexibel beschouwen (Dweck, 1999). Mensen met een incrementele impliciete intelligentietheorie hebben een “groei-mindset” en geloven dat intelligentie aangeleerd kan worden en dat de hersenen kunnen groeien door oefening en repetitie. Dit bepaalt de doelstellingen die ze zich stellen, hun respons op moeilijkheden en hun taakprestaties (Dweck, 2006).

Deze competentie kan worden beoordeeld op basis van de volgende drie beheersingsniveaus door de studenten: 

Elementair

Gelooft dat intelligentie statisch is, zet zich niet in voor verbeteringen, vermijdt inzet, kritiek en uitdagingen en voelt zich bedreigd door het succes van anderen.

Intermediair

Beschouwt intelligentie zowel als statisch als dynamisch; zet zich soms in voor verbeteringen, doet enige moeite voor matige uitdagingen; heeft geen mening over de kritiek en het succes van anderen.

Geavanceerd

Gelooft dat intelligentie dynamisch is, zet zich in voor verbeteringen, ziet inzet als het pad naar volledige beheersing, verwelkomt uitdagingen, leert van kritiek, voelt zich geïnspireerd door het succes van anderen.

Beoordelingstools

Aan de rechterkant vind je de beoordelingstools die kunnen worden gebruikt om deze competentie te meten.

Klik op de naam van de tool om toegang te krijgen.